· 

Schriftelijke vragen Europees recht dwingt tot milieubeoordeling voor windturbinenormen

Mr. Peter de Lange: "Er mogen geen vergunningen voor windturbines worden afgegeven voordat vooraf en met wetenschappelijke zekerheid is vastgesteld dat de gezondheid en de leefomgeving van de mens wordt beschermd of verbeterd. Verslechteren mag dus niet. De overheid en de rechter dienen de burger daartegen effectief te beschermen." (Bron: Battenoord Verlaten)

 

Naar aanleiding van de uitspraak van de afdeling bestuursrecht van Raad van State inzake ‘Europees recht dwingt tot milieubeoordeling voor windturbinenormen’ van 30 juni 2021 stellen wij als fractie schriftelijke vragen aan het college.

 

Als fractie hebben wij via de diverse mediakanalen en website van de Raad van State kennisgenomen van de uitspraak van Raad van State van 30 juni 2021 onder vermelding van uitspraak 202003882/1/R3, ECLI:NL:RVS:2021:1395 van de afdeling bestuursrecht. De uitspraak van de Raad van State heeft zoals de VVD fractie beoordeeld aanzienlijke gevolgen voor het proces richting het veel besproken en gevoelige dossier (structuurvisie) wind in onze gemeente.

 

Gevolgen.

Het gevolg van de uitspraak is dat overheden de windturbinenormen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet mogen gebruiken voor windturbineparken totdat een milieubeoordeling is gemaakt zo stelt de Raad van State. De regering is nu aan zet om zo’n milieubeoordeling te maken. Als die beoordeling op juiste wijze is afgerond, dan staat het overheden weer vrij om aan te sluiten bij de windturbinenormen die dan mogelijk zijn gewijzigd.

 

In de tussentijd.

De uitspraak betekent niet dat er in de tussentijd geen nieuwe besluiten meer kunnen worden genomen over windturbineparken. De gemeenteraad is bij een bestemmingsplan niet verplicht om aan te sluiten bij de windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Hij kan in een bestemmingsplan eigen normen stellen, als deze normen maar goed worden gemotiveerd voor het concrete bestemmingsplan.

 

Naar aanleiding van deze informatie heeft de fractie van de VVD de volgende vragen aan het college namelijk:

1. Heeft het college kennisgenomen van bovengenoemde uitspraak van de Raad van State? Zo ja, wat is de eerste primaire reactie van het college op deze uitspraak?

2. Welke gevolgen heeft de bovengenoemde uitspraak van de Raad van State op het huidige proces.

3. Wordt er momenteel door het college gewerkt met de in de ontwikkeling van de structuurvisie wind van de genoemde windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling?

4. Vindt het College het niet raadzaam op de uitwerking van de milieubeoordeling van de regering te wachten wat passend zou zijn bij het door het college bepleitte zorgvuldigheid in dit dossier?

5. Kan het College aangeven wat de gevolgen van deze uitspraak zijn voor de volgende zaken:

A. Aanpak van het dossier (structuurvisie) wind

B. Budget

C. Tijdslijn en planning

D. Ontwikkeling van de zoeklocatie voor uitbereiding van andere (bedrijfsmatige) activiteiten.